Europa verlangt van bedrijven uitgebreide rapporten rond duurzaamheid: “Het is een zaak van boekhouders geworden”

© Fred Debrock

De bouwsector slaat alarm. De verplichte duurzaamheidsrapportering maakt alleen consultants rijker en haalde nog geen kilo CO₂ uit de lucht. “De handel met emissierechten is een veel efficiënter en goedkoper systeem om de sector te vergroenen.”

“Ziehier het Excel-monster.” Nicolas van Renynghe slaat zijn laptop open. Toen hij in 2017 preventieadviseur werd bij het bouwbedrijf Monument, in Ingelmunster, diende hij vooral over veiligheid op de werkvloer te waken. Ondertussen is zijn takenpakket uitgebreid tot de algemene duurzaamheidsstrategie van het bedrijf: welzijn van het personeel, deugdelijk bestuur en klimaat. Hij moet Monument helpen evolueren tot een bedrijf dat grondstoffen maximaal recycleert en zijn CO₂-uitstoot tot nul herleidt.

Wat dat concreet betekent in het dagelijkse werk van Van Renynghe? Een spreadsheet invullen.

Dat rekenblad telt liefst 1863 lijnen met vragen, waarvan Monument er 800 moet beantwoorden. Het zijn vragen over personeelsbeleid, bestuur en CO₂-reductie. Soms volstaat een cijfer als antwoord, soms een tekst of tabel, maar evengoed is een rapport van honderden pagina’s vereist. Vaak vindt hij het antwoord bij de eigen administratie, op andere momenten moet hij aankloppen bij een van de honderden onderaannemers of leveranciers. Soms zijn de vragen helder, soms totaal onbegrijpelijk. “Description of extent to which working conditions of non-employees in own workfore are determined or influenced by collective bargaining conditions … Begrijp jij wat ze hiermee bedoelen?”, vraagt Van Renynghe.

Boekhouders

De spreadsheet waar Van Renynghe de helft van zijn tijd besteedt, kadert in de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), die Europa oplegt aan beursgenoteerde bedrijven vanaf 2025 (voor het jaar 2024) en aan grote en middelgrote ondernemingen vanaf 2026 (voor het jaar 2025). De bedoeling is dat die bedrijven rapporteren waar in hun hele productie- en waardeketen de risico’s en potentiële winsten zitten op het vlak van goed bestuur, personeelsbeleid en vergroening.Op zich een goede zaak, vindt Hans Verboven, professor duurzaamheidsmanagement aan de Universiteit Antwerpen. “Het idee achter CSRD is positief. Duurzaamheid is geen rugzakje dat bedrijven zonder meer meesleuren. Die moet in het hart van hun strategie zitten, omdat ook ondernemingen een positieve impact op de wereld willen hebben, maar ook om hun concurrentiekracht te versterken.”Van Renynghe van Monument Group bevestigt. “Het dwingt ons te focussen: hoe worden we energieneutraal? Hoe worden we in de strijd om talent een nog aantrekkelijkere werkgever? Welke strategie ontwikkelen om tegen 2035 55 procent minder CO₂ uit te stoten? Die vragen zitten nu in het centrum van onze bedrijfsvoering. Op lange termijn zal ons dat geen windeieren leggen.” Maar hij ziet wel een probleem: “Met de huidige aanpak is duurzaamheid een zaak van boekhouders geworden.”

Groen is poen

Voorafgaand aan het CRSD-rapport moeten bedrijven trouwens al twee andere bureaucratische hordes nemen, een zogenoemde gap assessment en een dubbele materialiteitsanalyse. Verboven omschrijft dat als een duur, tijdrovend en arbeidsintensief onderzoek om na te gaan over welke domeinen bedrijven precies moeten rapporteren. Concreter: “Welke van de 1863 Excel-lijnen moeten we invullen”, aldus Van Renynghe.

Nadat het rapport is geschreven, keuren de auditeurs het goed of af. “Maar ook voor hen is dit nieuw terrein. Om toch maar geen fouten te maken, proberen ze allemaal de strengste van de klas te zijn. Ze sturen je terug naar af, vragen extra rapporten of bijkomende cijfers. En zelfs al heeft een bedrijf een al erkend ISO-certificaat of een sociale balans, dan krijgt vier op tien de vraag om die oefening over te doen.”

De winnaars van die tsunami aan regels zijn de consultants en de zogenoemde Big Four (de Grote Vier: Deloitte, EY, KPMG, en PWC). “Groen is poen”, zegt Verboven. “Ze zijn allemaal op de kar van CSRD gesprongen. Men heeft duurzaamheid zo complex en juridisch gemaakt, dat het voor consultancy en audit een lucratief businessmodel is geworden.”

© Fred Debrock

Verboven deed voor de Bouwunie onderzoek naar de impact van duurzaamheidsrapportering op grote bouwbedrijven. Gemiddeld kostte hen dat 27.000 euro aan consultancy en 77 werkdagen in 2024. In 2025 verwachten de bedrijven 134 mandagen nodig te hebben, in 2026 nog eens 112. Over de kwaliteit van de consultants zijn de bouwbedrijven niet bepaald te spreken. Vier op de tien van de bevraagde ondernemingen noemt de bedrijfsrevisor “incompetent”.

Watervaleffect

Op zich zijn dat kosten en arbeidstijd die grote bedrijven kunnen dragen. Monument Group heeft 600 personeelsleden en een omzet van 185 miljoen euro (2022). Maar met 1 à 2 procent zijn de marges in de sector krap, zegt Hans Verboven. En zelf werpen de bedrijven op dat elke euro voor rapportering niet geïnvesteerd kan worden in pakweg de elektrificatie van het machinepark. Problematischer is dat de administratieve last nagenoeg even zwaar is voor een bedrijf met 250 werknemers als voor een bedrijf met 2.500 personeelsleden. “De grootste duwen de kleine nog meer in de verdrukking”, vreest Van Renynghe.

Bovendien is er een watervaleffect naar de kleine bouwbedrijven, zegt Verboven. Kleine bedrijven zijn dan wel niet CSRD-plichtig, maar de informatie die de grote spelers nodig hebben voor hun CSRD-rapport, moeten ze ook bij hun onderaannemers halen. “Vaak zijn dat familiezaken of eenmansbedrijven. Zij horen het in Keulen donderen.” Van Renynghe: “Wij hebben 1.400 onderaannemers. Probeer van een stukadoor maar eens te weten te komen wat de CO₂-uitstoot van 10.000 m² pleisterwerk is. Die houden dat niet bij. En al hun opdrachtgevers willen hetzelfde attest.”

Het ergste van die overregulering, volgens Verboven, is dat het draagvlak voor vergroening verdwijnt. “Je voedt alleen aversie en populisme, terwijl we die groene, veerkrachtige economie wel nodig hebben tegen 2050.” En eigenlijk is volgens hem al die uitvoerige rapportering niet eens nodig. “De CO₂-uitstoot móet naar beneden. Maar dat bereik je veel efficiënter door die uitstoot te belasten. Europa heeft zo’n systeem: ETS1 zet een prijs op CO₂ voor de zware industrie, en vanaf 2026 doet ETS2 dat voor de uitstoot van woningen, transport en landbouw. Werken met emissierechten creëert een businesscase voor vergroenen en zet zo bedrijven aan tot concrete actie. Terwijl al die prachtige rapporten nog geen kilo CO₂ uit de lucht hebben gehaald.”

bron: https://m.standaard.be/cnt/dmf20241215_95162104

Hans Verboven
Hans VerbovenFounder & CEO

Start your sustainability journey
with Sustacon

We are ready to help you build a sustainable future for your organisation. Get in touch with us today to learn more about our services and how we can support your business.

Contact us